We zien ons project 3-ledig
Ten eerste willen we inhoudelijke steun geven, te verwoorden als vrijwilligerswerk. Verder willen we financiële steun leveren aan kleine deelprojecten van de organisaties waar we bij werken. Ten derde willen we getuigen over het leven in Burundi in België.
Kernpunten van ons project
We kiezen er bewust voor om ons aan te sluiten bij een bestaand project voor en door Burundezen, om op die manier kleinschalige initiatieven die vanuit de lokale bevolking opgestart zijn aan te moedigen en hun groeimogelijkheden te bevorderen.
Koen zal als vrijwilliger zijn tijd opsplitsen in 2 delen. De helft van zijn tijd zal hij werken bij de MSAG (de Mutualité de Santé de l’Archidiocèce de Gitega). Deze mutualiteit is actief in de provincie Gitega. Sinds meer dan 10 jaar worden er secties opgericht door de mutualiteit in de parochies van de provincie. De leden betalen één maal per jaar een bijdrage voor hun familie. Dit gebeurt op het moment dat ze mogelijk liquide geld in hun handen hebben: oktober, de oogstmaand. De bijdrage bedraagt iets meer dan 4 euro per gezin per jaar, ongeacht de grootte van het gezin. Met dit lidmaatschap moeten ze maar 40% van hun medische kosten betalen en hebben ze recht op enkele bijkomende diensten. Zo kunnen ze beroep doen op microkredieten. Verder kunnen ze ook in het geitjesproject stappen. Geiten zijn enorm waardevol in de Burundezse samenleving, die nog een echte landbouwmaatschappij is. Bijkomend zijn er in sommige secties dynamieken rond een naaiatelier bijvoorbeeld. In de secties bestaat er een open cultuur rond communicatie en beleid. Zo wordt er minstens 1 maal per jaar een vergadering met alle leden gehouden en is er plaats voor discussie, vragen, voorstellen. Verder leven de animatoren van de mutualiteit tussen de mensen en zijn ze daardoor als expert op de hoogte van hun beslommeringen en bekommernissen. Koen zijn bijdrage aan de mutualiteit gaat zich vooral bevinden op het gebied van informatisering en animatie. Hij gaat zorgen voor een eenvoudig en bruikbaar informatiesysteem voor verslagen en nota’s. Verder gaat hij Pierre Claver Muzehe (de plaatselijke coördinator) ondersteunen in zijn opvolgingsbezoeken aan de secties van MSAG.
Het andere deel van zijn tijd gaat Koen werken met de straatkinderen. Hierbij ondersteunt hij een pastoraal initiatief IPRED (initiative pastorale de la réinsertion des enfants en difficultés). IPRED ondersteunt de straatkinderen vanuit een degelijke visie maar kan zelf nog veel steun en fondsen gebruiken. Voor elk straatkind dat bij hun geregistreerd staat, leggen ze een dossier aan en gaan ze op zoek naar de roots van het kind (nemen contact op met ouders of resterende familie van het kind in zijn geboortedorp). Het is de uiteindelijke bedoeling dat het kind naar zijn thuissituatie terugkeert. IPRED weet dat de kinderen thuis vaak in benarde situaties leven, maar beseft dat een leven in een gezin gezonder is voor de ontwikkeling van een kind dan opgevoed worden door de straat. Ze voorzien voor de kinderen een warme maaltijd per dag ’s avonds. (In het verleden gaven ze meer, maar dat resulteerde in een aantrekking van straatkinderen en kinderen uit de buurt. Dat is nu net wat ze niet wilden creëren; een aantrekkelijk leven op straat.) IPRED voorziet geen onderdak voor de kinderen (ook vanuit de visie dat een leven op straat niet beter mag lijken dan een leven thuis), maar zorgt er wel voor dat ze naar de lagere school kunnen gaan door hen uniformen en schoolgerief te geven. Voor de oudere kinderen probeert IPRED een beroepsopleiding te voorzien via persoonlijke contacten en zorgen ze dat jongvolwassenen samen een huisje in de stad kunnen huren om zelfstandig te leren leven. Daarbuiten voorziet IPRED een weekschema met een aanbod aan vormingen voor de kinderen: sport en spel, franse les, bijlessen wiskunde, catechese, handwerk (armbandjes, tasjes, kaartjes), een filmnamiddag en de mogelijkheid om zich te komen wassen. De fondsen haalt IPRED uit privé-giften van contacten. Hun werkingskost willen ze beperken door af te stappen van het huis dat ze nu huren voor hun werking en zelf een eigen shelter te bouwen met een multi-functionele ruimte. Straatkinderen in Burundi zijn een groeiend fenomeen. Bij IPRED zijn er sinds hun bijna 5-jarig bestaan nu meer dan 150 geregistreerd, maar dat is natuurlijk een onderschatting van het totale aantal. De begeleiders die bij IPRED werken zijn vrijwillige geestelijken. Het zijn erg gemotiveerde mensen, maar ze missen vaak opleiding. Verder zijn er ook al volwassen straatkinderen die in de werking meestappen.
Koen gaat IPRED ondersteunen door nieuwe vormingen voor kinderen te voorzien, ook vorming (omgang met kinderen, hoe steek je een spel in elkaar) te geven aan de medewerkers, IPRED te ondersteunen bij het creëren van een platform voor organisaties die werken met straatkinderen in de omgeving en de verbetering van het logo van IPREDen bruikbaarheid ervan.
Ine zal zich inzetten als arts van de mutualiteit MSAG. Dit houdt in dat ze ondermeer in een rotatiesysteem de verschillende centres de santé van de secties in de provincie Gitega zal bezoeken om consultaties te doen voor patiënten en ondersteuning te voorzien voor het verplegend personeel. Het is namelijk zo dat een centre de santé volledig draait op verpleegkundigen en aides soignants (vrijwillige gezondheidswerkers, niet door de overheid erkend). Een centre de santé is de eerste lijn van de gezondheidszorg, te vergelijken met een huisartsenpraktijk in Europa. De verpleegkundige doet er de consultaties, verwerkt de apotheek, doet eventuele opnames,… Zelden komt er een arts en vaak zijn de centres de santé onderbemand. Hierdoor zijn de verpleegkundigen overbelast en hebben ze weinig werkvreugde. De overheid schrijft voor dat de zorg voor –5 jarigen en zwangere vrouwen gratis moet zijn, maar dit hypothekeert voor een deel de kwaliteit van de zorg. In die zin dat de al beperkte inkomsten en schaarse middelen moeten verdeeld worden over meer zorg. Malaria komt endemisch voor, dat wil zeggen dat het continu aanwezig is, soms nog met opstoten wat een zware last voor de gezondheidszorg betekent. Verder moeten de centres de santé ook instaan voor de prenatale consultaties voor zwangere vrouwen, staan ze in voor bevallingen en gezondheidsprogramma’s van de overheid, bijvoorbeeld voor ondervoede kinderen. Een centre de santé dekt een gebied van ongeveer 10 000 inwoners. In de regio’s van de secties is de mutualiteit telkens gekoppeld aan een centre de santé.
Verder zal Ine zich een deel van haar tijd concentreren op een gezondheidscentrum in Musasa, een wijk in Gitega. Hier is het de bedoeling om een referentiecentrum op te richten voor pediatrie en materniteit (waar vrouwen kunnen komen bevallen) voor de centra van de mutualiteit. |